De invloed van resectie van de primaire tumor op overleving bij patiënten met een synchroon gemetastaseerd colorectaal carcinoom.
Lam, J. 't, Geest, L.G.M. van der, Verhoef, C., Koopman, M., Elferink, M.A.G., Wilt, J.H.W. de
Voorzitter(s): P. Hemmer, chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen & J.M.T. Omloo, AIOS Heelkunde, Gelre Ziekenhuizen, Apeldoorn
Locatie(s): Brabantzaal
Categorie(ën):
Recente publicaties concluderen dat resectie van een asymptomatische primaire tumor voor de start van chemotherapie bij patiënten met een synchroon gemetastaseerd colorectaal carcinoom niet nodig is, aangezien het risico op complicaties van de tumor tijdens chemotherapie verwaarloosbaar is. Aan de andere kant laten retrospectieve analyses een overlevingsvoordeel zien bij patiënten die een resectie ondergaan van de primaire tumor gevolgd door systeemtherapie, in vergelijking met patiënten die alleen met systeemtherapie werden behandeld.
Wij verzamelden de gegevens van alle patiënten met een stadium IV colorectaal carcinoom die tussen 2008 en 2011 in de Nederlandse Kanker Registratie (NKR) werden geregistreerd (n=10.593). Deze patiënten werden ingedeeld in 4 categorieën op basis van de eerst toegepaste behandeling (curatieve insteek, palliatieve resectie, palliatieve systeemtherapie, geen van allen). Patiënten die een spoedoperatie (n=1.920) of neoadjuvante chemoradiatie (n=405) ondergingen werden geëxcludeerd. Overleving werd berekend met behulp van een Kaplan-Meier analyse. De invloed van verschillende patiënt- en tumorkarakteristieken op de overleving werden multivariaat getoetst met Cox-regressie.
Mediane overleving was het hoogst (43,7 maanden [95%BI: 39,0-48,4]) bij patiënten die een HIPEC-procedure, resectie en/of radiofrequente ablatie en van een metastase ondergingen (n=1.510, 14,3%). Patiënten die noch een resectie, noch chemotherapie kregen hadden de slechtste uitkomst (2,1 maanden [95%BI: 2,0-2,3]). Van de overige patiënten werden 1.919 patiënten primair behandeld met een resectie van de primaire tumor, waarbij 948 patiënten (49.4%) later systeemtherapie kregen. Bij 3.060 patiënten was chemotherapie de eerste behandeling, waarbij in tweede instantie nog 130 patiënten (4.2%) een resectie van de primaire tumor werd ondergingen. Patiënten in de resectiegroep hadden gemiddeld een hogere leeftijd (69.4±10.4 versus 65.0±11.3, p<0.001) en vaker metastasen in slecht één orgaan (74% vs. 53%, p<0.001). Mediane overleving was significant verschillend tussen deze twee groepen met een overlevingsvoordeel voor de patiënten die eerst een resectie ondergingen (16,6 maanden [95%BI: 15,5-17,7] vs. 11,8 maanden [95%BI: 11,4-12,3]). Dertig-dagenmortaliteit in de groep die eerst een resectie ondergingen was 9,4%. Cox-regressie toonde een significant overlevingsvoordeel aan voor patiënten met een rectumtumor versus colontumor (HR 1,40 [95%BI: 1,30-1,51]), patiënten met metastasen in één orgaan versus meerdere organen (HR 1,28 [95%BI: 1,20-1,37]) en de resectiegroep versus de chemotherapiegroep (HR 1.54 [95%BI: 1.44-1.65]).
Concluderend is de mediane overleving van patiënten die eerst een resectie ondergaan van de primaire tumor significant beter dan van patiënten die behandeld worden met chemotherapie alleen. Vanwege de dertig-dagenmortaliteit is het belangrijk groepen te definiëren die het meeste gebaat zijn bij een resectie van de primaire tumor.
- Over Lam, J. 't
- Over Geest, L.G.M. van der
- Over Verhoef, C.
- Over Koopman, M.
- Over Elferink, M.A.G.
- Over Wilt, J.H.W. de