Prevalentie en Uitkomst van Abdominaal Compartiment Syndroom bij Traumapatiënten; een Systematisch Review
Strang, S.G., Waes, O.J.F. van, Lieshout, E.M.M. van, Verhofstad, M.H.J.
Voorzitter(s): G.A. Visser, chirurg, Kennemer Gasthuis, Haarlem & M. van Heijl, AIOS Heelkunde, Diakonessenhuis, Utrecht
Locatie(s): Zaal 80/81
Categorie(ën):
Introductie
Abdominaal Compartiment Syndroom (ACS) is een bekende complicatie bij ernstig gewonde traumapatiënten. ACS is geassocieerd met orgaanschade, morbiditeit en mortaliteit. De prevalentie en mortaliteit van ACS bij traumapatiënten is niet eenduidig vastgesteld. In 2005 heeft de WSACS de richtlijn ‘consensus definities en aanbevelingen voor resuscitatie en behandeling van ACS’ geïntroduceerd. Het doel van deze studie is het vaststellen van de prevalentie en mortaliteit van ACS bij traumapatiënten en het effect van de WSACS richtlijnen hierop.
Materialen en methoden
Er werd een systematische zoekopdracht uitgevoerd naar publicaties over ACS of intra-abdominale hypertensie (IAH) bij traumapatiënten in Pubmed, Embase, CENTRAL, CINAHL en Picarta. Case-reports, reviews, dierenstudies en expert-opinions werden geëxcludeerd. Na het controleren van full-tekst versies en referentielijsten werden publicaties met originele data over IAH of ACS in traumapatiënten geïncludeerd. Gegevens over prevalentie van ACS en mortaliteit werden verzameld. Een gewogen gemiddelde werd berekend. Verschillen in de periode voor en na introductie van de WSACS richtlijnen werden getoetst met een Chi-kwadraat test.
Resultaten
De initiële zoekvraag leverde 1.601 unieke publicaties op; na toepassen van de exclusiecriteria werden 111 publicaties geïncludeerd. Zeventig studies (n=17.068 patiënten) rapporteerden prevalentie van ACS; de overall prevalentie van ACS bij traumapatiënten bedroeg 7,1% (95% betrouwbaarheidsinterval BI: 6,7-7,4%). De prevalentie van ACS bij patiënten die een traumalaparotomie hebben ondergaan (35 studies, 5.369 patiënten) was 13,3% (95% BI: 12,4-14,2%). De prevalentie van ACS na penetrerend en stomp abdominaal letsel was 9,7% (95% BI: 6,7-12,7%; 381 patiënten uit 2 studies) respectievelijk 3,7% (95% BI: 3,1-4,3%; 3.659 patiënten uit 10 studies). De overall mortaliteit van ACS bij traumapatiënten was 53,3% (95% BI: 49,8-56,9%). Wanneer publicaties van voor en na invoering van de WSACS-richtlijnen met elkaar worden vergeleken is er een significante afname van ACS van 9,8% (95% BI 8,9-10,6%) naar 6,0% (95% BI 5,5-6,4%; p<0,0001) zichtbaar. Mortaliteit daarentegen steeg van 46,1% (95% BI: 41,0-51,3%) naar 59,0% (95% BI: 54,3-63,8%; p<0,0001).
Conclusie
ACS komt voor bij 7,1% van de ernstig gewonde traumapatiënten. Ongeveer de helft van de traumapatiënten met ACS overlijdt. Introductie van de WSACS-richtlijnen, die preventieve behandeling voorschrijven indien het risico op ACS te groot wordt, heeft geresulteerd in de beoogde daling van ACS, maar ook in een stijging van de mortaliteit. Deze stijging suggereert dat patiënten die ondanks behandeling toch een ACS ontwikkelen, vaker in een dusdanig slechte conditie zijn dat overlijden onvermijdelijk is.