Acute nierschade bij patiënten met een geruptureerd aneurysma van de abdominale aorta: een onderschat probleem
Beek, S.C. van, Legemate, D.A., Vahl, A.C., Wisselink, W., Bouman, C.S.C., Vogt, L., Balm, R.
Voorzitter(s): J.W.M. Elshof, chirurg, Viecuri Medisch Centrum, Venlo & V. Jongkind, AIOS Heelkunde, Westfries Gasthuis, Hoorn
Locatie(s): Zaal 82/83
Categorie(ën):
Acute nierschade is een ernstige complicatie na chirurgische behandeling van een geruptureerd aneurysma van de abdominale aorta (RAAA); in voorgaande studies werd de incidentie geschat tussen de 20 en 34%. Het feit dat in deze studies verschillende criteria zijn gebruikt ter definitie van acute nierschade maakt onderlinge vergelijking moeilijk. In 2004 is de RIFLE-classificatie (‘risk’, ‘injury’, ‘failure’) geïntroduceerd door een internationale werkgroep van intensivisten en nefrologen en sindsdien gevalideerd in meer dan een half miljoen patiënten. Validatie in een groot cohort patiënten met een RAAA ontbreekt. Het doel van onze studie was het bepalen van de incidentie van acute nierschade volgens de RIFLE-classificatie en de sterfte per categorie in patiënten met een RAAA.
Het betreft een retrospectieve cohort studie in 362 opeenvolgende patiënten met een chirurgisch behandeld RAAA in drie ziekenhuizen tussen 2004 en 2011. De primaire uitkomsten waren de incidentie van acute nierschade volgens de RIFLE-classificatie en overlijden binnen 30-dagen of tijdens de ziekenhuisopname. De ‘risk’ categorie omvat een serum creatinine (SCr) stijging van ≥150% en/of een urineproductie <0,5 ml/kg/uur gedurende ≥6 uur. De ‘injury’ categorie omvat een SCr stijging van ≥200% en/of een urineproductie <0,5 ml/kg/uur gedurende ≥12 uur. De ‘failure’ categorie omvat een SCr stijging van ≥300% en/of een urineproductie <0,3 ml/kg/uur gedurende ≥24 uur.
Vierenzeventig procent van de RAAA patiënten ontwikkelde acute nierschade volgens de RIFLE-classificatie (267/362, 95% betrouwbaarheidsinterval (BI) 69 - 78%), waarvan 27% gecategoriseerd als ‘risk’ (71/267, BI 22 - 62%), 39% als ‘injury’ (104/267, BI 33 - 45%) en 34% als ‘failure’ (92/267, BI 29 - 40%). De sterfte in patiënten zonder acute nierschade was 7% (7/95, BI 4 - 14%), in patiënten gecategoriseerd als ‘risk’ 17% (12/71, BI 10 - 27%), in patiënten gecategoriseerd als ‘injury’ 25% (26/104, BI 18 - 34%) en in patiënten gecategoriseerd als ‘failure’ 57% (52/92, BI 46 - 66%). Na correctie voor pre- en post-operatieve shock hadden alleen patiënten gecategoriseerd als ‘failure’ een hoger risico op overlijden dan patiënten zonder acute nierschade (gecorrigeerde odds ratio 6.4, BI 2.2 - 18.1).
Conclusie - De ruime meerderheid van patiënten met een RAAA ontwikkelt, volgens de RIFLE-classificatie, acute nierschade. Een hogere RIFLE categorie is geassocieerd met een hogere sterfte. Deze resultaten tonen dat het probleem van acute nierschade na een RAAA groter is dan eerder gedacht. Mogelijk kan de sterfte na een RAAA worden verlaagd door behandeling en onderzoek te richten op acute nierschade.
- Over Beek, S.C. van
- Over Legemate, D.A.
- Over Vahl, A.C.
- Over Wisselink, W.
- Over Bouman, C.S.C.
- Over Vogt, L.
- Over Balm, R.