Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

CD 2014

donderdag 22 mei 2014 15:55 - 16:05

De lange termijn overleving bij mannen en vrouwen na carotisendarteriëctomie en liesdesobstructie

Vrijenhoek, J.E.P., Borst, G.J. de, Kleijn, D.P.V. de, Moll, F.L., Pasterkamp, G., Den Ruijter, H.M.

Voorzitter(s): J.W.M. Elshof, chirurg, Viecuri Medisch Centrum, Venlo & V. Jongkind, AIOS Heelkunde, Westfries Gasthuis, Hoorn

Locatie(s): Zaal 82/83

Categorie(ën):

Lange termijn mortaliteitsgegevens van patiënten die een carotisendarteriëctomie (CEA) of liesdesobstructie (iliacaal/femoraalendarteriëctomie, FEA) ondergaan zijn schaars en vaak verricht in kleine groepen. Bovendien zijn data vaak niet gestratificeerd op geslacht. Deze patiëntgroepen zijn vertegenwoordigd in een biobank waarin atherosclerotische plaques al sinds ruim 10 jaar opgeslagen worden. Het doel van dit onderzoek was dan ook om de lange termijn mortaliteit van deze patiënten te bekijken, voor mannen en vrouwen afzonderlijk.

Tussen 2002 en 2012 werden 1771 unieke CEA patiënten (1200 mannen en 571 vrouwen met gemiddelde leeftijd van 69 jaar) met symptomatische carotisstenose of hooggradige asymptomatische carotisstenose geïncludeerd. Tevens ondergingen 685 patiënten in deze periode een FEA (495 mannen, 190 vrouwen met gemiddelde leeftijd van 67 jaar) voor perifeer vaatlijden (vanaf Fontaine IIb, na onsuccesvolle looptraining). Deze patiënten, afkomstig uit 2 centra, werden gekoppeld aan de mortaliteitsgegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De overleving binnen deze patiëntgroepen werd geanalyseerd met behulp van life-table en Kaplan Meier survival analyses.

Na een gemiddelde follow-up tijd van 4,6 jaar (± 3,0; range 0,02-10,7), waren er 298 sterftes (25%) bij mannen en 105 (18%) bij vrouwen na CEA. Cumulatieve survival rates waren 96%, 87%, 78% en 54% na 1, 3, 5 en 10 jaar follow-up voor mannen en 96%, 90%, 83% en 65% respectievelijk voor vrouwen (P=0.002). In vergelijking tot CEA, was de overleving in FEA patiënten significant slechter bij zowel mannen als vrouwen (P<0.001 en P=0.009) na een gemiddelde follow-up tijd van 3,7 jaar (± 2,7, range 0-10,5). De cumulatieve survival rates waren bij mannen 93%, 83%, 72% and 51% en bij vrouwen 89%, 78%, 70%, en 57% na 1, 3, 5, en 10 jaar (geen significant verschil tussen de sexes; P=0.71). Derhalve was de effect size van het verschil tussen mortaliteit na FEA en CEA groter bij vrouwen dan bij mannen. Leeftijd had logischerwijs een significant effect op mortaliteit, maar veranderde de beschreven verschillen tussen de sexes en soorten operaties niet.

Concluderend is in deze studie de lange termijn survival na carotisendarteriëctomie beter bij vrouwen dan bij mannen. Na liesdesobstructie is de mortaliteit hoger en treedt eerder op na operatie, waarbij er geen verschil is in overleving tussen mannen en vrouwen.