Een deviërend dubbelloops ileostoma na een ileo-anale pouch procedure voorkomt geen naadlekkages in patiënten die behandeld zijn met anti-TNF en corticosteroïden.
Sahami, S., Buskens, C.J., Young Fadok, T., Buck van Overstraeten, A. de, D'Hoore, A., Bemelman, W.A.
Voorzitter(s): N. Wijffels, chirurg, Zuwe Hofpoort Ziekenhuis, Woerden & E.D. Wilschut, AIOS Heelkunde, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag
Locatie(s): Baroniezaal
Categorie(ën):
Een naadlekkage na een ileo pouch-anale anastomose (IPAA) is een ernstige complicatie en kan leiden tot een slechte pouch functie en pouch falen. Voorgaande studies toonden significant minder naadlekkages in patiënten bij wie een deviërend ileostoma werd aangelegd. Sinds enige tijd is de trend in colitis ulcerosa en Crohn (IBD) patiënten om meer extensief en langdurig te behandelen, waardoor therapie refractaire patiënten vaker in een slechtere conditie zijn als ze worden geopereerd. Het doel van deze studie is om na te gaan of een deviërend ileostoma standaard moet worden toegepast in patiënten die een IPAA procedure ondergaan.
In deze retrospectieve studie, werden 621 IBD patiënten die een IPAA procedure ondergingen in 3 tertiaire centra geïncludeerd. Het aanleggen van een ileostoma werd besloten door de behandelend chirurg. Naadlekkage werd gedefinieerd als een lek ter plaatse van de ileo-anale anastomose bevestigd op beeldvorming of tijdens re-laparotomie (graad A; behandeld met antibiotica, B; percutane drainage, en C; re-laparotomie).
In 305 patiënten werd een ileostoma aangelegd ten tijde van de pouch procedure. Het totaal aantal naadlekkages was vergelijkbaar tussen patiënten met en zonder een ileostoma(16.7% versus 17.1%, p = 0.92). Zoals verwacht, behoefden significant meer patiënten een re-laparotomie in de niet-gedevieerde groep (graad C; 10.4% versus 4.3%, p = 0.003), maar er werd geen significant verschil gevonden tussen de groepen wanneer klinisch relevante naadlekkages werden gecombineerd (graad B en C; 15.2% versus 13.8%, p = 0.65). Ondanks het deviërend ileostoma kan dit percentage naadlekkages in vergelijking met patiënten zonder ileostoma mogelijk worden verklaard door een toename in anti-TNF gebruik (12.6% versus 4.6%, p<0.0001), meer corticosteroïden gebruik (33.0% versus 12.1%, p<0.0001), en meer gewichtsverlies (>5%) (14.6% versus 8.5%, p=0.02). Ondanks het aanleggen van een deviërend ileostoma, werd een hoog percentage klinisch relevante naadlekkages gezien in patiënten die gelijktijdig behandeld werden met anti-TNF en corticosteroïden(40.0% versus 15.1%, p = 0.02). Het belang van deze voorspellers werd extra benadrukt doordat er een significant lager percentage naadlekkages werd gezien in patiënten die na een subtotale colectomie, in een later stadium een IPAA ondergingen (11.6% versus 20.7%, p = 0.003).
Met deze resultaten laten wij zien dat chirurgen in de dagelijkse praktijk, vaker een deviërend ileostoma aanleggen bij fragiele en meer ziekte aangedane patiënten . Deze strategie lijkt echter ineffectief in het voorkomen van naadlekkages. Een meer geschikte oplossing lijkt een meer gefaseerde procedure waarbij na een subtotale colectomie en het afbouwen van de medicatie een pouch wordt aangelegd.
- Over Sahami, S.
- Over Buskens, C.J.
- Over Young Fadok, T.
- Over Buck van Overstraeten, A. de
- Over D'Hoore, A.
- Over Bemelman, W.A.