Hoe waarschijnlijk is acute appendicitis bij patiënten met langer dan 48 uur klachten en slechts licht verhoogde ontstekingsparameters?
Atema, J.J., Gans, S.L., Beenen, L.F., Stoker, J., Boermeester, M.A.
Voorzitter(s): N. Wijffels, chirurg, Zuwe Hofpoort Ziekenhuis, Woerden & E.D. Wilschut, AIOS Heelkunde, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag
Locatie(s): Baroniezaal
Categorie(ën):
Acute appendicitis (AA) is een veelvoorkomende diagnose bij patiënten met acute buikpijn. Het verrichten van beeldvorming om de verdenking op appendicitis te ondersteunen heeft geleid tot een vermindering van het aantal negatieve appendectomiën. Echter, beeldvorming is geassocieerd met langere wachttijden, kosten en stralingsbelasting. Ontstekingsparameters worden veelvuldig bepaald tijdens de diagnostische work-up maar hebben op zichzelf een beperkte waarde als diagnostische markers. In de praktijk is de verdenking op AA echter lager bij patiënten met lage ontstekingsparameters en langer bestaande symptomen. In deze studie is onderzocht of met behulp van de combinatie van ontstekingsparameters en de duur van de klachten een groep patiënten geselecteerd kan worden bij wie AA zeer onwaarschijnlijk is en beeldvorming niet hoeft te worden verricht.
Patiënten die verdacht werden van AA (op basis van lichamelijk onderzoek, anamnese en labarotoriumonderzoek) werden prospectief geregistreerd. De concentraties van het C-reactieve proteïne (CRP) en het aantal leukocyten werd bepaald bij iedere patiënten. Drie patiënt categorieën werden gecreëerd op basis van de duur van de klachten; < 24 uur, 24- 48 uur, > 48 uur. Een einddiagnose werd gesteld door een expert panel op basis van klinische informatie, beeldvorming, histopathologisch onderzoek, chirurgische bevindingen en 3 maanden follow-up. De diagnostische accuratesse van verschillende afkapwaarden werd bepaald voor CRP, leukocyten en combinaties.
In totaal werden 631 patienten met verdenking AA geïncludeerd. Bij 360 (37%) werd de einddiagnose AA gesteld. Meer dan de helft van alle patiënten (351; 56%) had symptomen met een duur van 24 tot 48 uur. Het gemiddelde aantal leukocyten was significant hoger bij patiënten met AA in vergelijking met patiënten met een andere einddiagnose; zowel in de gehele groep als in iedere afzonderlijke categorie. De CRP concentraties waren alleen significant verschillend tussen patiënten met en zonder AA in de categorie patiënten die zich presenteerde met klachten langer dan 48 uur bestaand (mediaan 53.0 (IQR 89.9) versus 104.5 (IQR 178.1); p=<0.001). Echter, bij patiënten met klachten langer dan 48 uur zouden zelfs lage afkapwaarden van leukocyten (10x109/L) en CRP (50mg/L), of de combinatie, leiden tot een onacceptabel hoog percentage gemiste gevallen van appendicitis (respectievelijk 18%, 26% en 39%).
Concluderend lijkt er geen afkapwaarde te bestaan voor de ontstekingparameters CRP en leukocyten waarmee acute appendicitis kan worden uitgesloten zonder het verrichten van beeldvorming. Zelfs bij patiënten die zich presenteren met klachten die langer bestaan dan 48 uur en slechts lage waarden van ontstekingsparameters hebben, kan de diagnose AA te vaak niet worden uitgesloten.