Sacrale neurostimulatie bij adolescenten met chronische obstipatie resistent voor conservatieve behandeling
Wilt, A.A. van der, Breukink, S.O., Han-Geurts, I.J., Benninga, M.A., Baeten, C.G.M.I.
Voorzitter(s): N. Wijffels, chirurg, Zuwe Hofpoort Ziekenhuis, Woerden & E.D. Wilschut, AIOS Heelkunde, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag
Locatie(s): Baroniezaal
Categorie(ën):
De prevalentie van functionele obstipatie op de kinderleeftijd varieert wereldwijd van 0.7% tot 29.6%. De aandoening is belastend zowel voor de kinderen zelf als voor hun omgeving. In de meerderheid van de gevallen is het probleem tijdelijk van aard, of kan het adequaat worden behandeld met conservatieve therapie. Een klein deel van de kinderen houdt echter ernstige klachten ondanks optimale conservatieve behandeling. Voor deze groep patiënten kan chirurgisch ingrijpen worden overwogen. In deze studie onderzochten we de effectiviteit van sacrale neuromodulatie (SNM) bij deze groep.
Patiënten met therapieresistente obstipatie, die voldeden aan de Rome III criteria voor functionele obstipatie werden geïncludeerd. Primair eindpunt was het aantal keer ontlasting gedurende een periode van 21 dagen, zoals gerapporteerd in een patiënten dagboek. Wanneer de testperiode een verbetering liet zien van ≥50% ten opzichte van baseline werd een definitieve stimulator aangesloten op de electrode en geïmplanteerd. Tevens werd op de verschillende follow-up momenten (baseline, testfase, 1, 3, 6, 12 en 24 maanden) de Wexner score afgenomen. Het percentage patiënten met een adequate respons (defecatiefrequentie >6 in de periode van 21 dagen) werd geanalyseerd door middel van een Kaplan-Meier overlevingsanalyse met een maximale follow-up van 24 maanden.
Drieëndertig patiënten, waarvan 1 jongen en 32 meisjes, leeftijd 10-20 jaar werden in deze studie geïncludeerd. Mediane follow-up bedroeg 12.6 maanden (12.2 - 26.1). Drie patiënten hadden geen baat bij de behandeling en dus werd afgezien van implantatie van de definitieve stimulator. Gemiddelde defecatiefrequentie nam toe van 5.9 (SD 6.5) per drie weken bij baseline, tot 17.4 (SD 11.6) gedurende de testbehandeling (p < 0.001). Deze klachtenvermindering hield aan bij 42.9% van de patiënten. Twaalf patiënten hielden ondanks de stimulator klachten en moesten laxantia of darmspoelingen herstarten. Bij 37% van de patiënten was een revisie van de SNM noodzakelijk in verband met terugval of pijnklachten. Bij 6 patiënten bleek de stimulator niet effectief en werd verwijderd. Bij deze patiënten werd in verband met de ernst van de klachten een totale colectomie uitgevoerd.
Concluderend, SNM lijkt een goede behandeling voor adolescenten met ernstige therapie-resistente obstipatie. Om de bijdrage van een eventueel placebo-effect te bepalen dient een grotere, sham-gecontroleerde studie uitgevoerd te worden.
- Over Wilt, A.A. van der
- Over Breukink, S.O.
- Over Han-Geurts, I.J.
- Over Benninga, M.A.
- Over Baeten, C.G.M.I.