CD 2014

Achtergrond

Cytoreductie in combinatie met Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie (HIPEC) is de aangewezen behandeling voor peritoneale ziekten, zoals peritoneale metastasen van het colorectaal carcinoom en pseudomyxoma peritonei. Deze procedure is geassocieerd met een leercurve in morbiditeit en compleetheid van de cytoreductie. Een ervaren HIPEC centrum heeft in de afgelopen jaren ziekenhuizen voorzien van training en mentoring bij het opzetten van de HIPEC procedure in hun ziekenhuis. In deze studie hebben we de leercurve van deze nieuwe HIPEC centra vergeleken met de leercurve van een ervaren HIPEC centrum.

Methoden

De eerste 100 achtereenvolgende HIPEC procedures van de drie nieuwe centra (Catharina Ziekenhuis, Antonius Ziekenhuis en Universitair Medisch Centrum Groningen) werden vergeleken met de eerste 100 procedures van een ervaren HIPEC centrum (Antoni van Leeuwenhoek- Nederlands Kanker Instituut). Gedurende de eerste 10 procedures die werden uitgevoerd in het nieuwe HIPEC centrum was er een mentor van het ervaren HIPEC centrum aanwezig om hands-on training te geven, hierna was er raad en advies beschikbaar op consult basis. De leercurve werd benaderd door CTC graad III-V morbiditeit, compleetheid van de cytoreductie (R1-resectie), bloedverlies en duur van de operatie uit te zetten tegen het operatienummer, waarbij door middel van locally-estimated-scatter-plot smoothing de daadwerkelijke curve werd gevormd.

Resultaten

In totaal werden van de 4 ziekenhuizen 372 procedures geïncludeerd van 1995 tot 1999 in het ervaren HIPEC centrum en van 2005 tot 2012 in de nieuwe HIPEC centra. In het ervaren HIPEC centrum kon in 66% van de procedures een macroscopisch complete cytoreductie worden bereikt, tegenover 86% in de nieuwe centra (p<0.001). Voor het ervaren HIPEC centrum kon in de eerste 100 procedures geen duidelijke verbetering van de gemeten uitkomstmaten worden waargenomen. Vergeleken met het ervaren HIPEC centrum begonnen de nieuwe centra op een beter niveau wat betreft compleetheid van cytoreductie en bloedverlies en en er was sprake van significante verbetering gedurende de eerste 100 procedures. De operatieduur begon op een gelijk niveau, maar verminderde in de eerste 100 operaties terwijl het percentage graad III-V morbiditeit lager was vanaf het begin, maar niet verbeterde gedurende de eerste 100 operaties.

Conclusies

De nieuwe HIPEC centra hebben, vergeleken met het ervaren HIPEC centrum, een verbeterde leercurve op het gebied van morbiditeit, macroscopisch complete cytoreducties, bloedverlies en operatieduur. Buiten de verbeterde kwaliteit van zorg zal ook de training door het ervaren HIPEC centrum mogelijk hebben bijgedragen tot dit resultaat.