Chirurgische behandeling van kinderen met de ziekte van Hirschsprung: verschil in complicaties tussen de Duhamel en de transanale pull-through
Witvliet, M.J., Sleeboom, C.H.R., Jong, J.R. de, Steeg, A.F.W. van der
Voorzitter(s): T.H. van Dijk, chirurg, Universitair Medisch Centrum, Groningen & J.L.M. Bruggink, AIOS Heelkunde, Universitair Medisch Centrum, Groningen
Locatie(s): Brabantzaal
Categorie(ën):
De (laparoscopische) Duhamel procedure is lange tijd de chirurgische behandeling van keuze geweest voor de ziekte van Hirschsprung (ZH) in ons centrum, zowel voor kort als voor lang segment Hirschsprung. Sinds 2004 wordt de transanale pull-through operatie gedaan bij een kort segment Hirschsprung. Het doel van onze studie was om te onderzoeken wat het effect was van deze verandering in chirurgische techniek op de complicaties en problemen op lange termijn.
Alle kinderen geboren met de ZH tussen 1 januari 1998 en 31 december 2009 werden geïncludeerd. Primaire uitkomsten waren: type operatie, eerst aanleggen stoma of primaire operatie, complicaties (oa operatie gebonden, enterocolitis), op korte en lange termijn, re-operaties, heropnames, bereiken van continentie voor feces en functionele problemen na het bereiken van continentie voor feces. Secundaire uitkomsten waren meconiumlozing binnen 48 uur, co-morbiditeit, lengte resectiepreparaat, lengte aganglionair deel, follow-up duur.
In totaal werden 98 kinderen behandeld. Eén kind overleed voordat behandeling plaats had gevonden. 25 Kinderen kregen voor de definitieve ingreep eerst een stoma (colostoma of ileostoma), in verband met verdenking lang segment of noodzaak tot acute chirurgische interventie. Hiervan ondergingen vervolgens 24 kinderen een Duhamel en 1 kind overleed voor definitieve operatie. 72 Kinderen ondergingen primaire behandeling. 45 Kinderen ondergingen een Duhamel (62,5%) en 27 kinderen een transanale pull-through (37,5%).
In de groep met een primaire operatie (allemaal kort segment Hirschsprung), hebben 13 patiënten na Duhamel en 2 patiënten na pull-through een re-operatie ondergaan (p = 0.014). 66,7% van de kinderen hebben complicaties gehad na Duhamel en 48,1% na pull-through (p = 0.12).
Het aantal patiënten dat werd heropgenomen post-operatief laat zowel op korte als op lange termijn een trend zien naar meer opnames in de Duhamel groep dan in de groep die een transanale pull-through hebben ondergaan (<12 mnd 51% vs 37% ; >12 mnd 40% vs 29%). In totaal zijn 4 kinderen overleden gedurende de follow-up periode (2 ziekte gerelateerde oorzaak en 2 aan andere oorzaken).
In beide groepen zijn ongeveer 60% van de kinderen continent voor feces (indien geregistreerd in de status). Ernstige obstipatieklachten worden alleen gezien in de groep patiënten na een Duhamel procedure (6 vs 0). Dit was ook de reden voor enkele re-operaties.
Concluderend ondergaan kinderen die primair geopereerd worden voor de ZH (kort segment) na een Duhamel procedure significant meer re-operaties en wordt een trend gezien naar meer heropnames en complicaties. Om dit aan te tonen zal een nationale survey nodig zijn.