Persisterende klachten twee jaar na laparoscopische cholecystectomie.
Mathoerapersad, J., Tets, W.F. van, Wagensveld, B.A. van, Vrouenraets, B.C.
Voorzitter(s): M. Besselink, chirurg, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam & H.P.A.M. Poos, AIOS Heelkunde, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen
Locatie(s): Baroniezaal
Categorie(ën):
Ongeveer 5-22% van de volwassen Westerse bevolking heeft galstenen. Slechts 13-22% van deze patiënten met galstenen wordt symptomatisch gedurende het leven. De aangewezen behandeling voor symptomatisch galsteenlijden is laparoscopische cholecystectomie. Echter, 10-40% van deze patiënten houdt of krijgt klachten na cholecystectomie. De follow-up van deze studie is echter beperkt en vaak niet langer dan een jaar. Het doel van onze studie is om de incidentie en aard van persisterende symptomen in kaart te brengen op de wat langere termijn, twee jaar na laparoscopische cholecystectomie, bij patiënten met ongecompliceerd symptomatisch galsteenlijden. Tevens onderzochten wij mogelijke voorspellende factoren voor persisterende klachten.
Alle 186 patiënten met symptomatische cholecystolithiasis die een laparoscopische cholecystectomie ondergingen in 2009 en 2010 werden geselecteerd voor analyse. Patiënten met gecompliceerd galsteenlijden zoals cholecystitis, cholangitis, biliaire pancreatitis en choledocholithiasis, werden ge-excludeerd. Gevalideerde vragenlijsten (Rome-criteria) betreffende biliaire en abdominale pijnsymptomen en -syndromen werden afgenomen om persisterende klachten te evalueren.
De volgende variabelen werden univariaat geanalyseerd voor hun invloed op persisterende klachten: leeftijd, geslacht, co-morbiditeit, BMI, etniciteit, opleidingsniveau, burgerlijke status, duur en aard van pre-operatieve symptomen, en of patiënten pre-operatief een gastroscopie hadden ondergaan. Uitkomstmaat was het voorkomen van persisterende symptomen en functionele pijnsyndromen (Rome classificatie: functioneel abdominaal pijnsyndroom of functionele galblaas- en sphincter van Oddi-aandoening) twee jaar na laparoscopische cholecystectomie.
In totaal konden 93 patiënten worden geïncludeerd (respons 50%). De minimale follow-up was twee jaar. Bij 62 patiënten (67% ) waren er persisterende klachten: bij 34 (37%) enkel symptomen en bij 28 (30%) symptomen passend bij een functioneel pijnsyndroom (28% abdominaal pijnsyndroom en 2% galblaas- en sfincter van Oddi-aandoening).
Geen van de geteste variabelen had een significante associatie met persisterende klachten en/of een pijnsyndroom.
Conclusie: Twee-derde van onze patiënten had persisterende klachten twee jaar na laparoscopische cholecystectomie. Preoperatieve herkenning van patiënten met een verhoogde kans op persisterende klachten is essentieel om de indicatiestelling te verscherpen en de resultaten van de ingreep te verbeteren. Gerandomiseerd onderzoek hiernaar is recent in Nederland gestart (SECURE trial).