Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

CD 2014

vrijdag 23 mei 2014 9:00 - 9:10

Oncologisch belang van omentum majus resectie bij gastrectomie voor maagcarcinoom

Haverkamp, L., Ruurda, J.P., Offerhaus, G.J., Hillegersberg, R. van

Voorzitter(s): J.P. Ruurda, chirurg, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht & J.M.T. Omloo, AIOS Heelkunde, Gelre Ziekenhuizen, Apeldoorn

Locatie(s): Zaal 80/81

Categorie(ën):

Achtergrond

Omentum majus resectie is een extra chirurgische handeling en belasting voor patiënten die een maagresectie moeten ondergaan voor maagcarcinoom. Met name bij laparoscopische maagresecties is dit een handeling die extra tijd kost. De wereldwijde richtlijnen tonen geen consensus op dit gebied. Het doel van deze studie was het bepalen van de oncologische meerwaarde van resectie van het omentum majus bij de chirurgische behandeling van patiënten met maagcarcinoom.

Methode

Er werden 88 patiënten geanalyseerd in deze studie. Tussen januari 2000-maart 2012 ondergingen 66 patiënten een maagresectie wegens een maagcarcinoom. De aanwezigheid van tumor positieve lymfeklieren en tumordeposities in het omentum majus werd retrospectief geanalyseerd. Tussen april 2012-december 2013 ondergingen 22 patiënten een maagresectie wegens een maagcarcinoom. Deze 22 patiënten werden prospectief geanalyseerd, waarbij een ervaren GE-patholoog het omentum majus in kwadranten opdeelde en anayseerde. Om er zeker van te zijn dat het daadwerkelijke omentum majus onderzocht werd en niet het ligamentum gastrocolicum, werden deze structuren separaat aangeleverd en gemarkeerd. De overleving werd alleen bij patiënten onderzocht met een follow-up van minimaal 1 jaar.

Resultaten

In de retrospectieve serie werden bij 46/66 (70%) patiënten lymfeklieren in het omentum majus gevonden. Bij 18/66 (27%) patiënten werden één of meer tumor positieve lymfeklieren in het omentum majus gevonden. Bovendien hadden 6/66 (9%) patiënten een microscopisch waarneembare tumordepositie, waarvan 2/6 (33%) tevens positieve lymfeklieren in het omentum majus hadden. Er werden geen klinische of pathologsiche factoren gevonden die de aanwezigheid van tumor positieve lymfeklieren konden voorspellen. In de prospectieve serie werden bij 5/22 (23%) patiënten lymfeklieren in het omentum majus aangetroffen. Hiervan was geen enkele tumorpositief. De lokalisatie van de lymfeklieren was in het rechter craniale kwadrant (flexura hepatica) en het rechter caudale kwadrant van het omentum majus. De tumordeposities werden gezien in de rechter en linker craniale kwadranten (figuur 1). De 1-jaarsoverleving van patiënten met tumor positieve lymfeklieren in het omentum of tumordeposities in het omentum is 16/23 (70%), in vergelijking met 21/32 (65%) bij patiënten met alleen locoregionale tumor positieve lymfeklieren en 18/20 (90%) bij patiënten zonder lymfeklier metastasering (p=0.137).

Conclusie

Deze studie laat zien dat lymfeklieren en tumordeposities voorkomen in het omentum majus bij een substantieel aantal patiënten die een gastrectomie ondergaan voor maagcarcinoom. Daarom is om oncolgische reden resectie van het omentum majus bij gastrectomie van belang. Vervolg studies dienen gericht te zijn op het identificeren van subgroepen waarin het omentum majus mogelijk gespaard zou kunnen blijven.