Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

CD 2014

vrijdag 23 mei 2014 9:10 - 9:20

is omentectomie bij radicale gastrectomie voor maagcarcinoom zinvol?

Jongerius, E.J., Boerma, D., Seldenrijk, C.A., Meijer, S.L., Scheepers, J.J.G., Smedts, F., Berge Henegouwen, M.I. van, Balague Ponz, O., Sandick, J.W. van, Gisbertz, S.S.

Voorzitter(s): J.P. Ruurda, chirurg, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht & J.M.T. Omloo, AIOS Heelkunde, Gelre Ziekenhuizen, Apeldoorn

Locatie(s): Zaal 80/81

Categorie(ën):

De operatieve behandeling van patiënten met een curabel maagcarcinoom bestaat uit een radicale maagresectie in combinatie met een gemodificeerde D2-lymfadenectomie en een complete omentectomie. De omentectomie verlengt de operatietijd aanzienlijk, met name tijdens laparoscopische procedures. Na omentectomie blijven patiënten vatbaarder voor peritoneale infecties en intestinale adhesies. Bovendien is niet aangetoond dat omentectomie de oncologische uitkomst van patiënten met maagkanker verbetert. In deze studie hebben we onderzocht of het omentum majus (micro)metastasen bevat bij patiënten die een in opzet curatieve maagresectie ondergingen.

In deze multicenter prospectieve cohort studie werden opeenvolgende patiënten geïncludeerd die tussen februari 2012 en december 2013 een (sub)totale maagresectie ondergingen in 4 Nederlandse centra. Na een formele radicale maagresectie met en bloc omentectomie en een gemodificeerde D2 lymfadenectomie werd het omentum distaal van de gastro-epiploische vaten gescheiden van het preparaat en na markering separaat opgestuurd voor pathologisch onderzoek. Het aantal en de lokalisatie van lymfeklieren, tumorpositieve lymfeklieren en losse tumordeposities in het omentum majus werden geëvalueerd. Het primaire eindpunt was de aanwezigheid van tumor in het omentum majus.

Er werden 95 patiënten geïncludeerd. De mediane leeftijd was 67 jaar en 54 patiënten (56.8%) was van het mannelijk geslacht. 59 patiënten (62.8%) werden neo-adjuvant behandeld met chemotherapie.

Bij 5 van de 95 (5.3%) patiënten werden metastasen gevonden in het omentum majus (1 patiënt met 3 omentale lymfekliermetastasen, 1 patiënt met 6 omentale lymfekliermetastasen, 1 patiënt met 1 omentale tumordepositie, 1 patiënt met 2 omentale tumordeposities en 1 patiënt met 3 omentale tumordeposities). Deze 5 patiënten hadden tumorstadium pT4N1M1 R1, ypT2bN3M0 R1, ypT4N1M0 R1, ypT3N0M1 R1, pT4N1M0 R1. 

In de 5 patiënten met omentale metastasen was de resectie irradicaal (R1) bij het proximale (n = 3) of het distale snijvlak (n = 2). Twee patiënten werden geopereerd vanwege linitis plastica en 3 hadden een tumorlokalisatie in het proximale 1/3 van de maag. Drie patiënten hadden tumoruitbereiding in de oesophagus en 2 in het duodenum.

Conclusie: Metastasen in het omentum majus zijn zeldzaam en komen slechts in 5% van de patiënten voor die een in opzet curatieve maagresectie ondergaan voor maagcarcinoom. Alle patiënten met omentale metastasen werden irradicaal geopereerd. Bij deze patiënten zou omentectomie waarschijnlijk niets hebben toegevoegd aan de oncologische uitkomst.

Deze prospectieve studie suggereert dat omentectomie mogelijk niet bij iedere patiënt met een maagresectie voor maagcarcinoom geïndiceerd is. Deze hypothese dient in een gerandomiseerde trial getoetst te worden.