De rol van extracellular signal-related kinase in de ontwikkeling en ruptuur van het abdominale aorta aneurysma
Groeneveld, M.E., Burink, M.V. van, Musters, R.J.P., Eringa, E.C., Tangelder, G.W.J.M., Wisselink, W., Yeung, K.K.
Locatie(s): NVvH Lounge
Categorie(ën):
Een gevreesde complicatie van een abdominaal aorta aneurysma (AAA) is een ruptuur, vanwege de hoge morbiditeit en mortaliteit. Gangbare criteria voor een aneurysma hersteloperatie om een ruptuur te voorkomen, zijn de diameter en de groeisnelheid. Deze criteria kunnen echter niet alle aneurysmarupturen voorkomen. Soms ruptureert een aneurysma met een kleine diameter, terwijl de ander met een grote diameter intact blijft. Om een ruptuur te voorspellen is het van belang de pathofysiologie volledig te begrijpen. Extracellular signal-related kinase(ERK) is een eiwit dat vermoedelijk matrix metalloproteïnases (MMP’s) activeert, dit laatste eiwit breekt de verstevigende structuur van de vaatwand af, de extracellulaire matrix (ECM). Door het wegvallen van de verstevigende structuur dilateert de vaatwand en ontstaat een aneurysma. De aanwezigheid van ERK en de activatie van MMP in AAA’s is in verschillende rattenmodellen reeds aangetoond, echter nog niet in humaan AAA weefsel. In deze observationele studie kwantificeerden wij ERK in de vaatwand van geruptureerde en niet-geruptureerde AAA’s.
Weefsel werd verkregen tijdens hersteloperaties van electief behandelde (eAAA;n=10) en geruptureerde (rAAA;n=8) AAA’s. Gezond aortaweefsel (controle;n=4) werd verkregen per obductie. Met behulp van Western Blot analyse werd zowel phospho-ERK (geactiveerd ERK) als totaal-ERK (latent ERK) gemeten. De ratio tussen phospho-ERK en totaal-ERK geeft de activatie weer. Verschillen tussen eAAA en rAAA werden getoetst en vergeleken met de controle groep.
Alle onderstaande resultaten zijn gegeven in arbitraire eenheden. De hoeveelheid totaal-ERK in rAAA was lager dan in eAAA (respectievelijk:0.5;1.1;p=0.12) en in controles (1.0). De hoeveelheid phospho-ERK was significant hoger in eAAA ten opzichte van rAAA (respectievelijk:7.9;0.9;p=0.05) en in controles (1.0). De ratio tussen phospho-ERK en totaal-ERK was eveneens significant hoger in eAAA dan in rAAA (respectievelijk:12.5;2.0;p=0.05) en in controles (1.0)
Concluderend is er minder totaal-ERK aanwezig in de vaatwand van rAAA dan in eAAA. Zowel phospho-ERK als de ratio ervan met totaal-ERK is verhoogd in eAAA t.o.v. rAAA. Dit betekent dat er in electief geopereerde aneurysmata een overactivatie van ERK is. Uit deze resultaten kan mogelijk worden geconcludeerd, dat ERK in het vroege stadium van AAA ontwikkeling een grotere rol speelt dan vlak voor de ruptuur. In deze observationele studie kan geen causatief verband kan worden aangetoond. Als vervolg op deze studie zal de rol van ERK in celkweken van eAAA en rAAA weefsel worden onderzocht. Mocht ERK onderdeel zijn van MMP activatie in humaan weefsel, dan zou de fosforylering van dit eiwit kunnen worden geantagoneerd en zo ECM degeneratie en aneurysmagroei medicamenteus worden geremd.
- Over Groeneveld, M.E.
- Over Burink, M.V. van
- Over Musters, R.J.P.
- Over Eringa, E.C.
- Over Tangelder, G.W.J.M.
- Over Wisselink, W.
- Over Yeung, K.K.