Introductie van laparoscopische minor leverchirurgie hoeft niet geassocieerd te zijn met een learning curve effect
Huisman, M.G., Poel, M.J. van der, Besselink, M.G.H., Tanis, P.J., Gulik, T.M. van, Busch, O.R.C.
Locatie(s): NVvH Lounge
Categorie(ën):
Laparoscopische minor leverchirurgie (LMLC) is in veel centra de standaard geworden voor diverse minor leverresecties zoals segment (s)2/3 resecties en metastasectomie in s4b, 5 en 6. Toch is deze techniek nog niet in alle centra met ervaring in leverchirurgie geïntroduceerd, mogelijk vanwege vrees voor een potentieel learning curve effect, met tijdelijk slechtere resultaten tot gevolg.
In deze retrospectieve, monocentrische studie includeerden wij uit onze prospectief bijgehouden lever-database alle patiënten die gedurende een periode van 4 jaar (mei 2009-augustus 2013) een LMLC procedure ondergingen. De primaire uitkomstmaten waren Clavien-Dindo > 2 complicaties. Secundaire uitkomstmaten waren operatieduur, conversie, bloedtransfusie, postoperatief ziekenhuisverblijf, postoperatieve mortaliteit, en radicaliteit. Een potentieel learning curve effect werd onderzocht door de eerste 50% patiënten (periode A) te vergelijken met de laatste 50% patiënten (periode B). Alle operaties werden uitgevoerd of gesuperviseerd door twee leverchirurgen welke beide een fellowship (open) leverchirurgie hadden gevolgd en ervaring hadden met advanced laparoscopische gastrointestinale chirurgie en twee verschillende trainingen laparoscopische leverchirurgie hadden doorlopen. Resecties werden verricht met ultrasonore instrumenten, bipolaire diathermie en/of staplers.
In totaal ondergingen 47 patiënten LMLC, waarvan 31 (66%) een maligniteit had, inclusief 8 patiënten (17%) met een hepatocellulair carcinoom. Deze serie betrof 12% van alle leverresecties in de studieperiode (10% in periode A versus 14% in periode B (p=0,25)). De LMLC procedures waren: 12 (25,5%) s2/3 resecties, 12 maal (25,5%) een metastectomie in s2 of 3, 17 maal (36,2%) een metastectomie in s 4b, 5 of 6 en 6 maal (12,8%) een metastasectomie in de posterieure segmenten (4a,7,8). Een Clavien-Dindo score >2 complicatie trad op na 5/47 (11%) resecties. Secundaire uitkomstmaten: mediane operatietijd 152 minuten (interkwartierafstand 95-183), conversie naar een open procedure 1/47 (2%) patiënten, bloedtransfusie2/47 (4%) patiënten, mediaan postoperatief ziekenhuisverblijf 6 dagen (interkwartielafstand 4-6), mortaliteit 2% (1 patiënt met levercirrhose, diabetes en postoperatief hepatorenaal syndroom) en R0 resectie bij 86% van de maligniteiten. Er waren geen verschillen tussen periode A en B voor wat betreft complicaties (9 vs 13%, p=0,67), operatietijd (127 vs 176 minuten, p=0,85), conversie (0 vs 1 patiënt), bloedtransfusie (1 vs 1 patiënt) en R0 resecties (R0 74 vs 83%, p=0,51).
Conclusie:
De introductie van LMLC hoeft niet geassocieerd te zijn met een negatief effect van een learning curve indien deze procedures worden verricht door chirurgen met zowel ervaring met open leverchirurgie, advanced laparoscopische gastrointestinale chirurgie en specifieke training in laparoscopische leverchirurgie.
- Over Huisman, M.G.
- Over Poel, M.J. van der
- Over Besselink, M.G.H.
- Over Tanis, P.J.
- Over Gulik, T.M. van
- Over Busch, O.R.C.