Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

CD 2014

donderdag 22 mei 2014 15:15 - 15:25

3D-radiotherapie bij mammasparende behandeling van het mammacarcinoom: wordt de locatie van de schildwachtklier electief bestraald?

Roozendaal, L.M. van, Schipper, R.J., Heuts, E.M., Keymeulen, K.B.M.I., Moossdorff, M., Smit, L.H.M., Buijsen, J., Boersma, L.J., Smidt, M.L.

Voorzitter(s): R. Roumen, chirurg, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven & T.S. Aukema, AIOS Heelkunde, Kennemer Gasthuis, Haarlem

Locatie(s): Diezehal

Categorie(ën):

Gerandomiseerde studies hebben aangetoond dat een completerende okselklierdissectie veilig achterwege gelaten kan worden bij het cT1-2N0 mammacarcinoom met beperkte schildwachtkliermetastasen. De patiënten uit deze studies ondergingen voornamelijk een lumpectomie, gevolgd door radiotherapie van de gehele mamma en adjuvante systemische therapie. De axillaire recidiefcijfers waren extreem laag, ondanks dat okselkliermetastasen niet chirurgisch werden gereseceerd bij 11-27%. Dit roept vragen op over de waarde van de schildwachtklierprocedure. De consequentie van het niet uitvoeren van de schildwachtklierprocedure bij patiënten met een cT1-2N0 tumor, behandeld met mammasparende therapie wordt wereldwijd onderzocht in vier gerandomiseerde trials. Het risico van het niet uitvoeren van de schildwachtklierprocedure betreft het mogelijk regionaal en systemisch onderbehandelen van de studiepatiënten. Uit onderzoek bleek dat de kans op systemische onderbehandeling in deze patiëntenpopulatie klein is. Verder ondergaan alle patiënten in de trials radiotherapie van de gehele mamma, hetgeen kan bijdragen aan regionale controle. Onze studie beoogde te onderzoeken of de locatie van de schildwachtklier een electieve bestralingsdosis ontvangt bij mammacarcinoompatiënten met een T1-2N0 tumor, behandeld met mammasparende therapie, bij gebruik van moderne 3D-radiotherapie technieken.

Bij 30 opeenvolgende T1-2N0 mammacarcinoompatiënten, behandeld middels lumpectomie en radiotherapie van de gehele mamma, werd tijdens de schildwachtklierprocedure een metalen clip achtergelaten op de plaats van de verwijderde schildwachtklier(en). De clip werd gevisualiseerd op de pre-radiotherapie planning-CT. Er werd een standaard 3D-dosisverdeling berekend, waarbij de gehele mamma een dosis ontving tussen de 95% en 107% van de voorgeschreven dosis. Bij 15 patiënten was de voorgeschreven dosis 16x2,67Gy = 42,7Gy; 12 patiënten kregen een aangepast schema met een lage boost en drie patiënten met een hoge boost. De boost werd merendeels gegeven met de zogenaamde Simultaneous Integrated Boost techniek. Met behulp van de CT-beelden en de 3D-dosisverdeling, werd met een puntbepaling de dosis ter hoogte van de metalen clip bepaald. De electieve bestralingsdosis op de locatie van de schildwachtklier werd gedefinieerd als 95% van de radiotherapie dosis van de gehele mamma.

Gemiddeld ontvangt de locatie van de schildwachtklier 89.8% (range 7.2-131.6%, mediaan 99.6%) van de voorgescheven dosis radiotherapie. Bij 25/30 (83.3%) geïncludeerde patiënten werd op de locatie van de schildwachtklier minimaal een electieve dosis radiotherapie afgegeven (Figuur 1). Noch de locatie van de tumor in de mamma, noch de cupmaat van de mamma waren voorspellend voor het niet ontvangen van een electieve dosis radiotherapie.

Concluderend, bij het gebruik van 3D-radiotherapietechnieken wordt de locatie van de schildwachtklier bij de meerderheid van de mammacarcinoompatiënten behandeld met de electieve bestralingsdosis.