Is een conservatieve behandeling van littekenbreuken veilig?
Verhelst, J., Timmermans, L., Jeekel, J., Lange, J.F.
Voorzitter(s): S. Nienhuis, chirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven & H.P.A.M. Poos, AIOS Heelkunde, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen
Locatie(s): Auditorium
Categorie(ën):
Het ontstaan van een littekenbreuk is een van de meest voorkomende complicaties na abdominale chirurgie. De gouden standaard is, ondanks een hoge kans op een recidief en het ontstaan van complicaties, chirurgische correctie met behulp van mesh. Een alternatieve optie is de conservatieve behandeling. Deze “watchfull waiting”strategie is al veilig en kosten-effectief gebleken bij de behandeling van liesbreuken. Er is echter nog weinig bekend met betrekking tot de toepasbaarheid en veiligheid bij littekenbreuken. Het doel van dit cross-sectionele onderzoek is de mortaliteit en morbiditeit van de conservatief behandelde littekenbreuken te onderzoeken.
Tussen januari 2000 en december 2010 werden alle patiënten met de diagnose littekenbreuk in een academisch ziekenhuis geïncludeerd. De patiënten werden onderverdeeld in twee groepen, de primair conservatieve groep en primair operatieve groep. Patiënten die zich direct presenteerden met een beklemming en met spoed dienden te worden geopereerd werden geëxcludeerd. Patiëntkarakteristieken, primaire operatie gegevens, symptomen bij eerste presentatie, beleid en eventuele operatie- en complicatiegegevens werden verzameld middels retrospectief status onderzoek.
Van alle patiënten werden 105 patiënten (41%) primair conservatief behandeld en 152 patiënten (59 %) werden gepland voor een operatieve correctie. Redenen voor een conservatief beleid waren; geen symptomen (38%), comorbiditeit (22%), gewicht van patiënt (23%) of de patiënt zag zelf af van operatie (12%). Behoudens een verschil in leeftijd ten tijde van de diagnose, 50 jaar in de operatieve groep en 55 jaar in de conservatieve groep en het percentage rokers van respectievelijk 34% en 19% waren er geen andere significante verschillen tussen beide groepen. Elf patiënten (7%) die waren gepland voor een operatieve correctie zijn om verschillende redenen uiteindelijk toch niet geopereerd
Bij 35 patiënten (34%) die aanvankelijk conservatief werden vervolgd werd besloten toch over te gaan tot een operatieve correctie. Hierbij traden significant (p<0.05) meer peroperatieve perforaties (13% versus 2%) op in vergelijking tot de patiënten uit de primair operatieve groep. Bij zeven patiënten (19%) uit de naar operatief geconverteerde groep ging het daarbij om een spoedoperatie als gevolg van een beklemde breuk. Drie patiënten zijn tijdens de opname aan de gevolgen van hun complicaties overleden, twee hiervan ondergingen een spoedoperatie nadat eerst was gekozen voor een conservatief beleid (p<0.05).
Concluderend: Zeven patiënten (7%) van de primair conservatief behandelde groep zijn met spoed geopereerd aan een beklemde breuk. Een conservatief beleid bij een littekenbreuk gaat gepaard met een hogere mortaliteit en morbiditeit indien patiënten als nog, al dan niet met spoed, geopereerd dienen te worden.