Geen hogere prevalentie van geavanceerde colorectale neoplasie bij patiënten met ongecompliceerde acute diverticulitis: een prospectieve vergelijkende cohort studie
Daniels, L., Unlu, C., Wijkerslooth, T.R. de, Stockmann, H.B.A.C., Kuipers, E.J., Dekker, E., Boermeester, M.A.
Voorzitter(s): N. Wijffels, chirurg, Zuwe Hofpoort Ziekenhuis, Woerden & E.D. Wilschut, AIOS Heelkunde, Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag
Locatie(s): Baroniezaal
Categorie(ën):
Huidige internationale richtlijnen adviseren om na een aanval van ongecompliceerde acute diverticulitis standaard een follow-up coloscopie te verrichten. Het doel van deze coloscopie is het bevestigen van de diagnose diverticulitis en het uitsluiten van andere diagnosen, in het bijzonder colorectaal carcinoom (CRC). Het nut hiervan wordt heden in twijfel getrokken gezien recente, veelal retrospectieve, studies tegenstrijdige resultaten laten zien. Omdat de kwaliteit van deze studies matig is, een controle groep en sample size berekening ontbreken, kunnen geen definitieve conclusies ten aanzien van de indicatie voor follow-up coloscopie getrokken worden. Het doel van onze studie was de prevalentie van geavanceerde colorectale neoplasie, bestaande uit hoog-risico adenoom en/of CRC, direct te vergelijken tussen patiënten met een CT-bewezen episode van ongecompliceerde acute diverticulitis en follow-up coloscopie en participanten in een proefbevolkingsonderzoek naar CRC middels coloscopie screening.
In deze prospectieve studie werden twee cohorten, verkregen uit twee multicenter gerandomiseerde klinische trials verricht in Nederland, met elkaar vergeleken. 401 patiënten met een primaire episode van linkszijdige ongecompliceerde acute diverticulitis werden en 1426 primaire screening participanten werden geïncludeerd tussen 2009 en 2013. De diagnostische opbrengst van coloscopie, gedefinieerd als het aantal diverticulitis patiënten respectievelijk screening participanten met geavanceerde colorectale neoplasie, werd vergeleken. De histopathologie uitslag van de bij coloscopie verwijderde lesies werd gebruikt voor de definitieve diagnose.
De prevalentie van hoog-risico adenoom was vergelijkbaar tussen de twee cohorten (5.5% versus 8.7%; odds ratio [OR], 0.62 [95% CI, 0.38-1.01]; P = 0.053). CRC werd gevonden in 1.2% (5/401) van de diverticulitis patiënten versus in 0.6% (9/1426) van de screening participanten (OR, 1.30 [95% CI, 0.39-4.36]; P = 0.673). Geavanceerde colorectale neoplasie werd gediagnosticeerd in 6.7% (27/401) van de diverticulitis patiënten versus in 9.1% (130/1426) van de screening participanten (OR, 0.71 [95% CI, 0.45-1.11]; P = 0.134). De ORs werden gecorrigeerd voor leeftijd, positieve familie anamnese voor CRC, roken, body mass index en coecum intubatie gezien deze variabelen significant verschillend waren tussen de cohorten.
De prevalentie van geavanceerde colorectale neoplasie is niet significant verschillend tussen patiënten met een recente diagnose diverticulitis en een screeningspopulatie. Routine coloscopie na een CT-bewezen primaire episode van linkszijdige ongecompliceerde acute diverticulitis is niet nodig en kan achterwege gelaten worden. Deze patiënten kunnen na adequate behandeling gewoon deelnemen aan bevolkingsonderzoek naar CRC. Follow-up coloscopie zou zich moeten richten op hoog-risico diverticulitis patiënten met een diagnostisch dilemma op basis van de CT of met een afwijkend klinisch beloop.
- Over Daniels, L.
- Over Unlu, C.
- Over Wijkerslooth, T.R. de
- Over Stockmann, H.B.A.C.
- Over Kuipers, E.J.
- Over Dekker, E.
- Over Boermeester, M.A.