Elektromagnetisch geleide plaatsing aan het bed versus endoscopische plaatsing van nasoenterale voedingssondes bij gastro-intestinaal chirurgische patiënten
Poel, M.J. van der, Gerritsen, A., Rooij, T. de, Dijkgraaf, M.G.W., Bemelman, W.A., Busch, O.R.C., Mathus-Vliegen, E.M.H., Besselink, M.G.H.
Voorzitter(s): B. Elsman, chirurg, Deventer Ziekenhuis, Deventer & R. van der Vijver, AIOS Heelkunde, Radboudumc, Nijmegen
Locatie(s): Zaal 82/83
Categorie(ën):
Post-pylorische sondevoeding is vaak geïndiceerd bij postoperatieve patiënten, meestal vanwege gastroparese. Hiervoor wordt een nasoenterale voedingssonde geplaatst middels endoscopie door een MDL-arts. Relatief nieuw is de elektromagnetisch (EM) geleide plaatsing van deze sondes met het Cortrak® systeem die aan het bed van de patiënt uitgevoerd kan worden door (gespecialiseerde) verpleegkundigen. EM-geleide sondeplaatsing heeft mogelijk voordelen vergeleken met de traditionele endoscopische plaatsing, zoals minder ongemak voor de patiënt (geen sedatie, hoeft niet nuchter te zijn) en lagere kosten. Tevens kunnen bij EM-geleide sondeplaatsing eventueel naar de maag geluxeerde sondes makkelijker gerepositioneerd worden. Data over de toepassing van deze techniek bij chirurgische patiënten zijn echter nog schaars.
Het doel van dit retrospectieve cohortonderzoek was om het succespercentage van EM-geleide nasoenterale voedingssondeplaatsing te vergelijken met endoscopische plaatsing bij chirurgische patiënten in een periode waarin de EM-geleide techniek geïntroduceerd werd.
Alle volwassen patiënten die waren opgenomen op de afdelingen gastro-intestinale chirurgie en een nasoenterale voedingssondeplaatsing ondergingen tussen 1 januari 2010 en 1 juli 2012 werden geïncludeerd. De patiënten werden ingedeeld in twee groepen op basis van de methode die werd toegepast bij de eerste sondeplaatsing, EM-geleiding dan wel endoscopie. Er werd een subgroep analyse gedaan bij patiënten met een veranderde anatomie van oesofagus, maag of duodenum. De primaire uitkomst was succesvolle plaatsing ter hoogte van of voorbij het ligament van Treitz.
In totaal werden 249 patiënten geïncludeerd, waarvan 90 patiënten een EM-geleide en 159 patiënten een endoscopische plaatsing ondergingen. De groepen waren vergelijkbaar wat betreft baseline karakteristieken. De primaire sondeplaatsing was succesvol bij 74 van de 90 patiënten (82%) in de EM-geleide groep versus 140 van de 159 patiënten (88%) in de endoscopische groep (P=0,20). Bij patiënten met een veranderde anatomie van oesofagus, maag of duodenum was het succespercentage significant lager in de EM-geleide groep (58% vs. 86%, P=0,004). Sonde-gerelateerde complicaties, zoals luxatie en verstopping van de sonde, waren vergelijkbaar tussen beide groepen.
Conclusie: EM-geleide plaatsing van nasoenterale voedingssondes aan het bed door gespecialiseerde verpleegkundigen is vergelijkbaar met endoscopische plaatsing door een MDL-arts wat betreft succes van plaatsing en veiligheid van de techniek bij chirurgische patiënten met een ongewijzigde anatomie van oesofagus, maag of duodenum. Een gerandomiseerde multicenter trial naar de meer specifieke voordelen van EM-geleide sondeplaatsing zal binnenkort starten.
- Over Poel, M.J. van der
- Over Gerritsen, A.
- Over Rooij, T. de
- Over Dijkgraaf, M.G.W.
- Over Bemelman, W.A.
- Over Busch, O.R.C.
- Over Mathus-Vliegen, E.M.H.
- Over Besselink, M.G.H.