Laparoscopische versus open colon chirurgie: kwaliteit van leven 1 tot 5 jaar postdiagnose, een populatie-gebaseerde studie.
Smulders, A.M., Thong, M.S.Y., Slooter, G.D.
Voorzitter(s): T.M. Karsten, chirurg, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam & T.S. Aukema, AIOS Heelkunde, Kennemer Gasthuis, Haarlem
Locatie(s): Brabantzaal
Categorie(ën):
Doelen
(1) vaststellen van de impact van laparoscopische colon chirurgie (LCC) en open colon chirurgie (OCC) op gezondheidsgerelateerde Kwaliteit van Leven (KvL) onder gereseceerde coloncarcinoom overlevenden 1 tot 5 jaar postdiagnose, en (2) bepalen van de gezondheidsgerelateerde KvL onder LCC en/of OCC gereseceerde coloncarcinoom overlevenden 1 tot 5 jaar postdiagnose vergeleken met een op leeftijd en geslacht gematchte normatieve populatie.
Methode
Patiënten geopereerd tussen 2005 en 2009, in Máxima Medisch Centrum (MMC) (LCC n=75, OCC n=53, conversies n=14), VieCuri Venlo (OCC n=125) en St Elisabeth Tilburg (OCS=90), werden geselecteerd. Sinds 2005, LCC is de behandeling van eerste keus voor coloncarcinomen in het MMC, waar VieCuri en St. Elisabeth enkel gebruik maakten van OCC tot 2009.
Van de normatieve populatie, representatief voor de Nederlandstalige populatie, werden 308 mensen geselecteerd en gematcht op leeftijd en geslacht.
Primaire uitkomstmaten waren gezondheidsgerelateerde KvL en fysiek -, emotioneel -, cognitief - en sociaal functioneren gemeten met de EORTC-QLQ-C30 vragenlijst. Secundaire uitkomstmaten waren lichaamsbeeld, seksueel functioneren en defecatie problemen.
Resultaten
Geen significante verschillen werden gevonden in gezondheidsgerelateerde KvL (p=0,067) tussen de onderzoekspopulatie en de normatieve populatie, onafhankelijk van operatie procedure. Echter, overlevenden ervaarden significant meer beperkingen in fysieke -, emotionele -, cognitieve - en sociale functies vergeleken met de normatieve populatie.
Betreffende de secundaire uitkomstmaten, patiënten binnen het MMC rapporteerden een beter lichaamsbeeld in de LCC groep vergeleken met de geconverteerden (p=0,022). Defecatieproblemen (P<0,001) en seksueel functioneren (P<0,001) werden significant beter ervaren door de normatieve populatie dan de coloncarcinoom overlevenden, behalve op constipatie problemen, waar de OCC groep klinisch relevant meer problemen ervaart dan LCC en de normatieve populatie (P<0,001).
Conclusie
We concluderen dat LCC niet inferieur is aan OCC in de behandeling van coloncarcinoom, uitgedrukt in gezondheidsgerelateerde KvL en functionele scores, 1 tot 5 jaar postdiagnose. De open procedure rapporteerde daarbij klinisch relevant meer constipatie problemen dan LCC en de normatieve populatie. Overlevenden van een coloncarcinoom ervaren tot 5 jaar postdiagnose significante restricties in functioneren op verschillende schalen vergeleken met een normatieve populatie, onafhankelijk van de chirurgische operatie techniek.
Voorgaand onderzoek toonde dat LCC oncologisch veilig en kosteneffectief is, en betere korte termijn resultaten heeft. Onze studie indiceert geen nadelen van LCC op de lange termijn vergeleken met OCC, concluderend dat het aan is te raden om LCC toe te passen in de behandeling van het coloncarcinoom.