De Minimally Important difference (MID) voor een betere interpretatie van patient-gerapporteerde uitkomstmaten (PROMs) bij patiënten met claudicatio intermittens
Conijn, A.P., Jonker, W. , Rouwet, E.V., Vahl, A.C., Koelemay, M.J.W.
Voorzitter(s): L. van der Laan, chirurg, Amphia Ziekenhuis, Breda & E.D. Wiltschut, AIOS Heelkunde, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden
Locatie(s): Auditorium
Categorie(ën):
Patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten (PROMs), zoals kwaliteit van leven of functionele status vragenlijsten, worden in toenemende mate gebruikt in onderzoek en patiëntenzorg. Echter, de interpretatie van vragenlijstscores kan moeilijk zijn; een statistisch significant verschil op een vragenlijst betekent niet perse een klinisch relevant verschil voor een patiënt. De Minimally Important Difference (MID) staat voor de kleinste verandering in score op een vragenlijst die door patiënten als klinisch relevant wordt aangemerkt. Het doel van deze studie was het bepalen van de MID voor twee veelgebruikte vragenlijsten bij patiënten met claudicatio intermittens (CI), de VascuQol en de WIQ. In deze prospectieve multicenter studie werden 294 patiënten met CI geïncludeerd, die de VascuQol en WIQ invulden bij baseline en na 4 maanden follow-up. Tevens beantwoordden patiënten een anchor-vraag waarin ze aangaven of hun toestand sinds het eerste bezoek verbeterd, onveranderd of verslechterd was. De MID voor verbetering en verslechtering voor beide vragenlijsten werd berekend met zowel een anchor-based als distribution-based methode. Volgens de anchor-based methode werd de MID berekend als de uiterste grenzen van het 95% betrouwbaarheidsinterval (BI) van de verandering in score van de groep die aangaf dat hun gezondheidstoestand onveranderd was. Met de distribution-based methode werd de MID berekend als de halve standaarddeviatie van de gemiddelde baseline score van de gehele patiëntengroep per vragenlijst. De VascuQol werd tweemaal voldoende ingevuld door 224 patiënten, en de WIQ door 184 patiënten. De gemiddelde VascuQol score was 4.25 bij baseline en 5.11 bij follow-up. De MID voor de VascuQol was met de anchor-based methode 0.28 en 0.79, voor respectievelijk achteruitgang en vooruitgang, en -0.58 en 0.58 middels de distribution-based methode. De gemiddelde WIQ score was 0.4 bij baseline en 0.55 bij follow-up. De MID voor de WIQ was met de anchor-based methode -0.01 en 0.12, voor respectievelijk achteruitgang en vooruitgang, en -0.12 en 0.12 middels de distribution-based methode. Middels de met de anchor-based methode gevonden MID waarden bleek dat op de VascuQol 45% van de patiënten een klinisch relevante vooruitgang bereikte, en dat 32% een klinisch relevante achteruitgang ervoer. Op de WIQ bereikte 53% van de patiënten een klinisch relevante vooruitgang, en toonde 27% een relevante achteruitgang.
Conclusie
De MID waarden uit deze studie kunnen worden gebruikt om zowel onderzoeksresultaten als uitkomsten in individuele zorg bij patiënten met CI beter te interpreteren. Daarnaast kunnen ze dienen als benchmark, en voor het berekenen van de steekproefgrootte voor volgende studies.