Sluiten Toegevoegd aan Mijn programma.
Sluiten Verwijderd uit Mijn programma.
Terug Home

CD 2014

vrijdag 23 mei 2014 9:00 - 9:10

Detectie van respons op chemotherapie met behulp van een optisch biopt

Spliethoff, J.W., Evers, D.J., Jaspers, J., Hendriks, B.H.W., Rottenberg, S.W., Ruers, T.J.M.

Voorzitter(s): I.H.J.T. de Hingh, chirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven & R. van der Vijver, AIOS Heelkunde, Radboudumc, Nijmegen

Locatie(s): Zaal 82/83

Categorie(ën):

Het vroegtijdig evalueren van tumor respons is cruciaal voor het afstemmen van systemische therapie. Deze evaluatie vindt over het algemeen plaats op basis van anatomische beeldvorming aan de hand van RECIST criteria. Omdat deze met name op veranderingen in tumorgrootte zijn gebaseerd, is evaluatie van tumor respons vaak pas mogelijk na enkele cycli chemotherapie. Bovendien gaat respons op nieuwe “targeted”therapieën niet altijd gepaard met afname in tumorgrootte en is anatomische beeldvorming om die reden onbetrouwbaar.

Optische modaliteiten verschaffen naast informatie over weefselsamenstelling ook functionele informatie. In potentie maakt dit snelle en objectieve beoordeling van therapie respons mogelijk, ruim voordat deze tot uitdrukking komt in macroscopische veranderingen. In de huidige studie is aan de hand van een muismodel onderzocht of een combinatie van Diffuse Reflectie Spectroscopie (DRS) en Autofluorescentie Spectroscopie (AFS) gebruikt kan worden om de effecten van systemische therapie te kwantificeren.

Bij 36 muizen werd een Brca1- p53- negatieve mammatumor geïmplanteerd in de rechterzijde. Wanneer de tumoren een volume van 400-800 mm3 hadden bereikt, kreeg de helft van de muizen een enkele dosis Cisplatin toegediend. De andere helft ontving een equivalente hoeveelheid saline ter controle. Gedurende een week werden veranderingen in tumorfysiologie en -morfologie gemeten met behulp van DRS en AFS via een dunne fiber-optische naald (0.8mm diameter). Ook werden er metingen verricht aan lever en spierweefsel om tumor-specifieke en systemische veranderingen te kunnen onderscheiden. Met behulp van een analytisch model werden verschillende optische parameters, zoals absorptie, verstrooiing en intrinsieke fluorescentie, berekend. Veranderingen in optische parameters werden gekoppeld aan de resultaten van een uitgebreide histopathologische analyse.

In de behandelde tumoren werd een duidelijke afname in verschillende verstrooiing parameters (Mie scattering slope; Mie-to-total scattering fraction) gemeten. Er werd een toename in zowel de vet fractie, als de weefseloxygenatie gemeten na twee dagen follow-up. Tevens werd er een opvallende, tumorspecifieke verandering gezien in fluorescentie spectra. Deze longitudinale trends bleken te corresponderen met veranderingen in weefselstructuur, zoals de afname van vitaal tumorweefsel en de vorming van fibrotisch weefsel.

Conclusie. In deze studie is aangetoond dat een combinatie van DRS en AFS kwantitatieve, functionele informatie verschaft die correspondeert met de mate van pathologische respons. De effectiviteit van de behandeling kon optisch worden gemeten voordat deze macroscopisch waarneembaar was. Een dergelijk instrument kan van grote waarde zijn voor het afstemmen van systemische therapie op basis van de individuele respons van de patiënt.