Adhesie in peritoneale metastasering: functie, prognostische relevantie en therapeutische opties
Sluiter, N.R., Cuba, E.M.V. de, Kazemier, G., Meijer, G.A., Te Velde, E.A.
Locatie(s): NVvH Lounge
Categorie(ën):
Metastasering naar het peritoneum wordt gezien in 10-25% van de patiënten met een colorectaal carcinoom. Een selecte groep van deze patiënten wordt behandeld met cytoreductieve chirurgie gecombineerd met hypertherme intraperitoneale chemotherapie. Er bestaat een sterke behoefte aan eerdere diagnostiek, betere selectie en een gepersonaliseerde aanpak van deze patiënten. Hierin lijkt een belangrijke rol weggelegd te zijn voor biomarkers. Daar aanhechting van tumor cellen aan het peritoneum een cruciale stap lijkt te zijn in peritoneale metastasering, zijn adhesiemoleculen niet alleen interessant als biomarkers maar ook als mogelijke therapeutische targets. Om zowel een overzicht te verkrijgen van adhesiemoleculen verantwoordelijk voor aanhechting van tumorcellen aan het peritoneum als hun mogelijke diagnostische, prognostische en therapeutische waarde te evalueren, werd een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd in de PubMed database van de U.S. National library of Medicine. Uit meer dan 100 in vitro, ex vivo en in vivo studies gepubliceerd tussen 1995 en 2013, zijn meer dan twintig adhesiemoleculen naar voren gekomen die mogelijk van belang zijn bij peritoneale metastasering. Vooral de rol van CD44, intergrine β1 en mucinen lijkt gevestigd in deze context, maar ook de minder vaak bestudeerde moleculen L1CAM, EpCAM, proteoglycanen, Betaig-H3 and uPAR blijken van belang en zullen nader onderzocht moeten worden. De bijdrage van VCAM1, ICAM1 en bloedgroepantigenen lijkt minder groot. Vanwege hun bekende prognostische waarde tot dusver lijken bloedgroepantigenen en mucinen bij te kunnen dragen aan de diagnose en de prognose van patiënten met peritoneale metastasering. Hoewel de meeste behandelingen die aangrijpen op adhesiemoleculen beschreven zijn in een preklinische setting, blijken EpCAM en mucinen ook belangrijke targets te zijn in klinische studies. Vooral radio-immunotherapie en behandeling met Catuxomab lijken veelbelovend. Deze therapieën zullen echter nog gevalideerd moeten worden eer zij in de kliniek gebruikt kunnen worden. Concluderend is verdere exploratie van de mogelijke prognostische en therapeutische waarde van adhesiemoleculen een rationele en veelbelovende manier om de behandeling van patiënten met peritoneale metastasering te verbeteren en te personaliseren.