CD 2014

Het doel van deze studie was om het gebruik van mammasparende therapie (MST) te vergelijken tussen patiënten met invasief ductaal mammacarcinoom (IDC) en invasief lobulair mammacarcinoom (ILC).Hiervoor werden vrouwen met een primair niet-gemetastaseerd T1 of T2 ductaal of lobulair mammacarcinoom geselecteerd uit de database van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Alle patiënten werden geopereerd tussen 1990 en 2010 en ondergingen MST of ablatieve chirurgie. De frequenties waarin beide behandelingen per jaar voorkwamen werden berekend. Er werd een multivariate logistische regressie analyse uitgevoerd om de invloed van tumor histologie op de kans op het ondergaan van BST te bepalen. Hierin werd gecorrigeerd voor diagnose, leeftijd, lymfklierstatus en postoperatieve tumorgrootte.In totaal ondergingen 156,153 patiënten tussen 1990 en 2010 een operatie vanwege een T1 of T2 invasief ductaal of lobulair mammacarcinoom. Hiervan hadden 138.447 (89%) patiënten een IDC en 17.706 (11%) een ILC. In de groep van IDC onderging 53% MST, vergeleken met 42% van de patiënten met ILC (p<0.001). Ook uit de multivariate analyse bleek dat patiënten met ILC minder kans hadden op MST in vergelijking met patiënten met IDC (Odds Ratio (OR) 0.69; 95% betrouwbaarheidsinterval (BI) 0.67-0.72). Uit een multivariate analyse gestratificeerd naar tumorgrootte bleek dat de kans op MST voor ILC, in vergelijking met IDC, kleiner was voor T2 tumoren (OR 0.58; 95% BI 0.55-0.62) dan voor T1 tumoren (OR 0,79; 95% BI 0.76-0.83). Tussen 1990 en 2010 nam het aantal patiënten met IDC dat werd behandeld met MST toe van 46% naar 60%. Bij patiënten met ILC nam dit toe van 39% naar 46%. Multivariate analyse gestratificeerd naar histologie bevestigde de toename van MST in patiënten met IDC en ILC. Echter, deze toename was sterker bij het ductaal carcinoom (OR 1.52; 95% BI 1.47-1.58 voor periode 2006-2010 versus 1990-1995) dan bij het lobulair carcinoom (OR 1.23; 95% BI 1.09-1.38 voor periode 2006-2010 versus 1990-1995).Concluderend kan men stellen dat het aantal patiënten in Nederland dat behandeld werd met MST geleidelijk toe nam in de periode 1990-2010. Echter, patiënten met ILC blijken een kleinere kans hebben op MST dan patiënten met IDC, ook na correctie voor tumorgrootte. Wij gaan in op mogelijke verklaringen voor deze bias op grond van histologie van de tumor.