CD 2014

De schildwachtklierprocedure is een veel gebruikte stadiëringstechniek bij vele vormen van kanker. Bij colorectale tumoren wordt het opsporen van de schildwachtklier gehinderd door het ontbreken van een adequate techniek voor het detecteren van de juiste lymfklier. In deze studie hebben we gebruik gemaakt van de fluorescente dye Indocyanin Green (ICG) om de schildwachtklier peroperatief te identificeren. Hierbij zijn twee injectiechnieken met elkaar vergelen; subserosale en submucosale injectie. Patiënten met een bewezen colorectaal carcinoom (T1-T3) zonder aanwijzingen voor metastasen, gepland voor een laparoscopische resectie van de tumor zijn geïncludeerd. Peroperatief werd ± 1.0 ml ICG oplossing bestaande uit 25 mg ICG, 9 ml NaCl 9% en 1 ml albumine geïnjecteerd in de subserosale of submucosale zijde van de tumor. Ongeveer tien minuten na injectie is gezocht naar fluorescente klieren met behulp van een Near-Infrarood uitgeruste laparoscoop. Fluorescente klieren werden apart uitgenomen en geanalyseerd door de patholoog met H&E-kleuring en aanvullende immunohistochemie. In totaal zijn 25 patiënten geïncludeerd. Bij 14 patiënten is de dye aan de subserosale zijde geïnjecteerd. Bij 13 patiënten aan de submucosale zijde. In alle patiënten die het ICG subserosaal kregen ingespoten, identificeerde we minimaal één fluorescente klier. Geen van deze klieren was positief voor metastasen. In 4/14 patiënten bleken niet-fluorescente regionale lymf klieren wel positief te zijn voor metastasen. In patiënten waarbij de submucosale injectietechniek werd gebruikt, vonden we in 9/13 patiënten minimaal één fluorescente klier. In 6 patiënten vonden we negatieve schildwachtklieren. In drie patiënten was er één positieve schildwachtklier . In één van de drie patiënten vonden we naast de positieve fluorescente schildwachtklier, een niet-fluorescente klier met metastase. In de andere twee patiënten vonden we geïsoleerde tumor cellen in de schildwachtklier. In 1/13 patiënten kon geen fluorescente klier worden gedetecteerd vanwege veel mesenteriaal vet. In 3/13 patiënten werden de efferente lymfebanen gezien, maar konden we geen fluorescente klieren detecteren. Er werden wel positieve lymfklieren aangetroffen, die allen macroscopisch vergroot waren en bij pathologisch onderzoek veel metastasen bevatten. Concluderend lijkt de laparoscopische identificatie van de schildwachtklier in colorectale tumoren met de fluorescente dye ICG een veelbelovende techniek maar verdient nog wel verbetering. De submucosale injectietechniek is te prefereren boven de subserosale techniek wegens de betere resultaten voor het detecteren van de ware schildwachtklier. In onze vervolgstudie wordt een fluorescente dye gecombineerd met een radioactieve tracer. Hiermee wordt getracht de schildwachtlierprocedure te verbeteren door preoperatieve beeldvorming (PET-CT) te combineren met de peroperatief zichtbare fluorescentie.